Niet díe in één adem met kunst wordt genoemd. Niet de bewuste culturele uitingen, maar het gewone, het (goede) vertrouwde; gebruiken en gedragingen die normaal zijn, maken verschil!
Bij cultuurverschillen denken we aan de multiculturele samenleving van autochtone Nederlanders, halfbloed Nederlanders, tweede generatie migranten en nieuwe of toekomstige Nederlanders van over de hele wereld. Met trots vermelden scholen wel 38 of meer nationaliteiten te hebben. Vanuit zo’n zelfde school spreken mensen eveneens met trots uit, wel meer dan 13 jaren, 17 jaren, 30 jaren op die school te werken. Waar ik op aan wil? De multiculturele dynamiek versus …?
Nee. Het gaat mij om bewustwording van de verscheidenheid en invloed van cultuur; hier de schoolcultuur. Want cultuur als factor van invloed is veel bepalend. Jouw oordeel, jouw keuze, de klik en het personeelsbestand worden bepaald door cultuur. Van alles en overal ‘is’ cultuur. Cultuur is simpel, maar ook vaak dusdanig complex en subtiel dat we het niet opmerken of concreet benoemen: ‘Onze school staat goed bekend’, ‘Wij zijn een goede school’, ‘Zij is ’t niet geworden, het gevoel bij haar was niet goed.’ ‘Wij hebben voor makelaar X gekozen, die begreep ons direct.’ En de één vind je leuk en de ander vind je onsympathiek en vaak kun je niet exact uitleggen waarom dat zo is. Redenen: jouw achtergrond, zijn achtergrond, jouw manier van denken en dus van doen en zijn manier van denken en dus van doen.
Scholen zijn in hun uitingen eveneens vaag over cultuurfacetten. Of je nu een willekeurige basisschool, school voor voortgezet onderwijs of mbo neemt, de visies en missies lijken op elkaar; allemaal hoopgevend, vol erkenning, menslievend en gunstig voor de toekomst van het kind, de leerling/student. De mooie woorden, foto’s, projecten en excursies van scholen zijn minder onderscheidend dan bedoeld. Ervaren desondanks leerlingen, studenten, ouders, elke school bijzonder? Een moeder over de school van haar 14 jarige oudste dochter: “Ik heb natuurlijk ook geen vergelijkingsmateriaal. Ik weet niet hoe het op andere scholen is.’
Een invaldocent[1] wél! Die ervaart praktisch de verschillende cultuurdynamieken. Het kan allerlei gedrag en gewoonten betreffen; zoals de inrichting van 10 minuten gesprekken, een weekbericht van de schoolmanager, trakteergewoonten van leerlingen en personeel, bedanken, complimenteren, ontvankelijkheid van teamleiders, de lesduur, georganiseerde schoolexcursies, de wijze van roosterwijzigen, leesgewoonten, inhaalgewoonten, communicatielijnen en -frequentie. En op elke school is dat anders, zelfs op elke locatie van formeel eenzelfde school. De school(locatie)cultuur is voor werknemers de veiligheidsjas, de behaaglijke jas of ook die waarop ze uitgekeken zijn en toch: vertrouwd, relatief zeker en rustig; zoiets als de drie R’s. Die cultuur, normen, praktische en dagelijkse organisatie, bepaalt het zittende personeel en verandert weinig.
Schoolmanagers, maakt u bewust van uw onderscheidend vermogen met uw eigen schoolcultuur en onderzoek de finesses van invloed van het onderlinge personeel en (indirecte) invloed op ouders en schoolkiezers. Daarvoor heeft u geen antropoloog of organisatieadviseur nodig. Een recent schoolhoppende professional kan u vertellen wat in uw organisatie opvallend, snel, praktisch, effectief en prettig is en waardoor dat komt. Doodnormale schoolgewoonten kunnen opmerkelijk blijken en zelfs commerciële waarde hebben uitgedrukt in inschrijvingen.
Ontwikkel herkenning van goede cultuurkenmerken en expliciteer deze zichtbaar en leesbaar. Succes verzekerd. Want je goede gewoonten maak je per definitie waar!
[1] Mannelijk zowel vrouwelijk; hij/zij; hem/haar.
Geschreven door: Annechina de Jong, MEd leren en innoveren