Ongeveer 1 op de 10 werkenden is zzp'er en dit aantal groeit nog steeds. Zzp'ers zijn heel belangrijk voor de economie. Daarom wil het kabinet hen meer ruimte geven door bijvoorbeeld het verminderen van de administratieve lasten. Tegelijkertijd wil het kabinet het aantal schijnzelfstandigen terugdringen. Dit zijn mensen die als zzp'er worden ingehuurd, terwijl ze feitelijk in dienst zijn.
In het nieuwsbericht van eind vorig jaar geeft het kabinet aan dat zij een gesprek gaan voeren over de kwalificatie van een zzp’er. En het artikel begint met de vraag:
“Voor welke opdracht mag een bedrijf een zzp’er inhuren en wanneer is iemand eigenlijk een werknemer?”
Deze vraag toont aan dat nog steeds de verkeerde discussie wordt gevoerd. Al sinds de invoering van de “verklaring arbeidsrelatie” in 2005 worstelen wij als maatschappij met het onderscheid tussen een werknemer en een zzp'er. Bij elke nieuwe verandering in de regelgeving wordt er in de praktijk in feite niets gewijzigd.
We hebben inmiddels de VAR gehad, daarna kwam de “Beschikking Geen Loonheffing” oftewel de BGL, daarna de Wet Deregulering Arbeidsrelatie, de DBA, met haar modelovereenkomsten en nu komt er waarschijnlijk een webmodule, waarin we met minimum- en maximumtarieven gaan werken.
Uit vele blogs, meningen en interviews komt naar voren dat: “Een zzp'er naar eenvoudige regels en oplossingen snakt”. Maar het probleem is dat er geen oplossing is voor deze discussie. Het feit is dat het onderscheid tussen een werknemer en een zzp'er steeds meer vervaagt en in sommige functies zelfs is verdwenen.
Er zijn situaties bekend, waarbij werkenden hetzelfde werk in dezelfde tijd, in dezelfde ruimte en met dezelfde collega's uitvoeren. In deze situaties is de één een zzp'er en de andere een werknemer in loondienst.
Inmiddels is de eerste cao afgesloten, waarin er een verplicht (minimum-) tarief voor zzp’ers wordt afgesproken, gaat er voor zzp’ers een verplichting komen om een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten en vindt het Nibud dat er een verplichte pensioenregeling voor zzp’ers moet komen.
Er is dus helemaal geen onderscheid meer! Hoe kun je in deze situatie duidelijkheid creëren? Dat is en blijft altijd een “schijnduidelijkheid”. En dan ook nog een “schijnduidelijkheid” die achteraf door de belastingdienst kan worden ingetrokken.
Waarom blijft de overheid zich eigenlijk druk maken over het onderscheid tussen een werknemer en een zzp’er? Waarom vindt zij dat zo belangrijk?
In eerste instantie is dit om de zzp'er te beschermen tegen misbruik. Dit is een belangrijk argument dat voortvloeit uit de voornaamste taak van de overheid: haar burgers beschermen. In dat licht gezien is het idee van een minimumtarief niet verkeerd!
De waarheid ligt ergens in het midden, maar zou er nog een ander zwaarwegend argument zijn? Als iedereen zzp’er gaat worden, dan worden er geen premies voor sociale (werknemers)verzekeringen (de WIA/WAO, de WW, de ZW) meer afgedragen en wordt ons sociale stelsel uitgehold. Het beroep op de bijstand zal dan gaan toenemen.
De toename van zzp'ers is nu eenmaal de werkelijkheid. Het is nu aan de politiek om mee te gaan met deze nieuwe werkelijkheid. Zij moeten zich realiseren dat de grens tussen werknemer en zzp'er volledig is vervaagd. Zij moeten zich met deze reden ook meer bezig houden met de volgende vraag: ''wat verbindt de werknemer en zzp'er''?
Is er een andere oplossing?
De vraag op het verbinden is gemakkelijk te beantwoorden, namelijk: werk. De basis moet zijn dat iedereen moet kunnen werken op de manier die bij hem/haar het beste past. Laat partijen zelf beslissen op welke manier zou met elkaar willen samenwerken. De oproep aan de politiek is simpel: maak de beste keuze en kies voor de “werkende”!
Om deze keuze te maken is het nodig dat de politiek compleet anders gaat denken over het sociale stelsel en over het regelen van bescherming tegen misbruik.
Een idee zou zijn om alle werknemersverzekeringen af te schaffen en één uitkeringsmogelijkheid voor de “werkende” bij ziekte / geen werk te regelen. De uitkering is een vangnet en komt op een iets hoger niveau dan de bijstand te liggen. Dit is alleen mogelijk wanneer een uitkering aan de situatie van de “werkende” aan strenge criteria voldoet.
In Nederland profiteren alle inwoners van genoeg werkenden. Zo kan de financiering ook via de algemene middelen, de belastingen, plaatsvinden. Dit gebeurt bijvoorbeeld nu al met de AOW. Elke inwoner in Nederland betaalt hier aan mee. Zo zijn we ook meteen van alle verschillende regeltjes met nadelige gevolgen af.
Ten slotte
Heb je in dit stuk gelezen hoeveel 2 of 3 letter afkortingen in dit stuk staan. Veel te lastig allemaal! Zullen we met zijn allen de keuze maken en de daaruit voortvloeiende regelgeving de “BVW”, noemen? Een maatschappij Beter Voor Werkenden, dat willen we toch allemaal?